“Er is een positieve beweging gaande in de technische branche”

Sven Asijee is directeur van Wij Techniek, het opleidings- en ontwikkelingsfonds voor de technische installatiebranche. Wat zijn volgens hem de uitdagingen op de arbeidsmarkt en waar liggen de kansen?

Velox (V): Hoe is het met de technische arbeidsmarkt gesteld?

Sven Asijee (SA): “De technische opleidingen trekken aan, dus dat gaat goed. Wat nog niet goed gaat, is dat de uitstroom te groot is. Zo’n 17.000 mensen stromen jaarlijks de sector uit. Dat is in meerdere sectoren erg normaal wanneer de banen voor het oprapen liggen. Daarnaast gaan er altijd mensen met pensioen en wisselen in betere economische tijden mensen meer van baan. Maar het heeft ook te maken  met aspecten als: is er een prettige werkomgeving? Heb ik genoeg regie over mijn eigen werktijden? Daarin valt wel een verbeterslag te maken. Je ziet dit ook als we kijken naar de samenstelling van het personeelsbestand in de sector. Slechts elf procent is vrouw. Dat is veel te weinig en dat is jammer. En ook hierin is onze sector niet uniek.”

V: Hoe komt dat?

SA: “Het heeft toch wel te maken met zaken als: voel ik me wel prettig in deze werkomgeving? Is de bouwkeet netjes ingericht, is er wel een damestoilet? Je moet als werkgever zorgen dat er een goede landingsplek is. Er zijn trouwens ook bedrijven die dit heel goed doen hè; waar mensen voor de deur staan of ze er mogen werken.”

V: Goed werkgeverschap is dus iets dat her en der nog wat aandacht behoeft?

SA: “Zeker, dus wat meer aandacht voor de mens. Zit je goed in je vel? Hoe kunnen we jou helpen? Dit is natuurlijk makkelijk geroepen vanaf de zijlijn; de werkpraktijk is ingewikkelder. Want in de bouw moet een project wel af, dus het tempo ligt vaak hoog. Aan de andere kant kun je ook zeggen: ‘We gaan nu iets meer tijd voor elkaar nemen. Dan kun je het óók snel voor elkaar krijgen’.”

V: Waarom is het belangrijk dat er meer vrouwen in de technische sector komen?

SA: “Ik vind dat elk bedrijf een afspiegeling van de maatschappij moet zijn. Bovendien is het voor de sector een enorme kans om je op de krappe arbeidsmarkt meer op vrouwen te richten. Laatst hoorde ik iemand zeggen: ‘Wij zoeken alleen mensen die zestig uur per week willen werken.’ Dan zeg ik: ‘Als je dat zoekt, stop dan met klagen dat je geen mensen kunt vinden’.”

V: Want er zijn mensen genoeg?

SA: “Ja. We hebben vaak de neiging te kijken naar wat iemand niet kan, maar laten we nou eens kijken wat iemand wél kan. En hoe kun je je werkzaamheden zo organiseren dat je die competenties kan benutten? Zo sprak ik laatst een bedrijf, waar ze een kok als projectleider hebben aangenomen. Deze kok heeft bijvoorbeeld goede projectleiderskills. Hij kan plannen, onder tijdsdruk presteren, mensen aansturen. Zulke vaardigheden kunnen heel nuttig zijn voor een technisch bedrijf. Die echte techniek, die pakt iemand anders dan wel op.”

V: Je bent dus positief gestemd?

SA: “Zeker. Er is een positieve beweging gaande, mensen willen de technische sector weer in. De een wil de diepte in met de techniek, de ander wil zinvol bijdragen aan de verduurzaming, dat kan allemaal in onze branche. De instroom is goed op gang, nu moeten we alleen de uitstroom nog terugdringen. De sector heeft nu twintigduizend openstaande vacatures en er stromen er jaarlijks 21 duizend binnen. Eén jaar geen uitstroom meer en het probleem is opgelost, zou je kunnen zeggen.”