‘Een mooie kans om een nieuwe manier van bouwen op de kaart te zetten’

Noordereng Groep was volop bezig een nieuwe manier van bouwen te ontwikkelen – de Houtkernmethode – toen de prijsvraag van de Floriade langskwam. “Voor ons een mooie kans om deze nieuwe manier van bouwen op de kaart te zetten”, aldus Bert Sterken, projectmanager bij Noordereng Groep.

“We waren bezig met de ontwikkeling van het Energiehotel in Ede. Dit gebouw wordt volledig modulair opgebouwd uit houten prefabelementen. We werkten al langer samen met onder meer HekoSpanten uit Ede, de houtleverancier. Toen zijn we gaan nadenken over hoe we in blokjes een hotel konden opbouwen. Hoe maken we die doosjes? Kunnen we die vastmaken met stalen knopen? We wilden zo veel mogelijk werk vooraf in de fabriek doen, zodat er minder werk is op de bouwplaats. Dan heb je minder vertraging door weersomstandigheden en veroorzaak je minder overlast in binnenstedelijke gebieden. In Ede komt het hotel dichtbij een Natura 2000-gebied. Daar gelden dus strikte eisen voor de stikstofuitstoot.” 

Toen kwam in het voorjaar van 2021 de prijsvraag van de Floriade. Sterken: “Het gebouw moest biobased zijn, snel gebouwd kunnen worden, voorzien zijn van innovatieve onderdelen en ruimte bieden aan tien tentoonstellingsruimtes. Omdat de Floriade tijdelijk is, moest het pand ook nog eens remontabel zijn. Zo konden we laten zien dat je materialen en gebouwen kunt hergebruiken. We waren op dat moment al druk in de voorbereiding voor het hotel, met partners als Ferross en HekoSpanten, dus we konden snel schakelen. We wonnen die prijsvraag omdat we een goed doordacht plan hadden en daar waren we ontzettend blij mee. Onze partners wisten precies wat er nodig was en droegen meer dan hun steentje bij. Heel fijn als je betrokken mensen hebt die er echt voor gaan. Dit is voor ons allemaal een showcase in optima forma.”

Er zat veel tijdsdruk op het project: van ontwerp tot uitvoering. In minder dan negen maanden is het gebouw gerealiseerd. “We konden goede afspraken maken met Staatsbosbeheer, die voldoende hout kon leveren. Nederlands Douglashout, dat acht maanden geleden nog in het bos stond. Dat konden we gebruiken omdat het gebouw een droge constructie heeft, zonder stucwerk en kitranden. Dus het is geen probleem dat het hele gebouw krimpt en uitzet.”

Met dit project konden de bouwers heel veel innovaties laten zien. Daarbij was het ook leerzaam. “In het begin wisten we niet precies hoeveel hout we nodig hadden, dus maakten we een vrij losse raming. Het is bijzonder dat je zo een gebouw kunt neerzetten en daar zijn we trots op. Zeker nu we zien hoe het omarmd wordt. Houtbouw is in Nederland lange tijd een ondergeschoven kindje geweest, maar ik denk dat er nu wel een ommezwaai gaat komen. Het brengt veel oplossingen, want het is licht en duurzaam en we hebben meer dan voldoende voorraad.”