Platform over nieuwbouw, renovatie, restauratie en transformatie
DE BOUW- EN INFRASECTOR ALS INFRASTRUCTUUR VAN DE MAATSCHAPPIJ

DE BOUW- EN INFRASECTOR ALS INFRASTRUCTUUR VAN DE MAATSCHAPPIJ

(Interview) Philip van Nieuwenhuizen, Voorzitter MKB Infra en president European Builders Conference (EBC)

De afgelopen jaren hebben bedrijven in de bouw en techniek met veel ontwikkelingen te maken gehad. Na twee jaar coronacrisis zorgde het conflict in Oekraïne al snel voor verstrekkende gevolgen bij mkb-ondernemingen en de sector in het algemeen. Denk hierbij aan de stijgende energie- en grondstofprijzen, het aanhoudende personeelstekort en de energietransitie. Des temeer reden voor Velox om in gesprek te gaan met Philip van Nieuwenhuizen, voorzitter van MKB INFRA en bovendien president van EBC, de European Builders Confederation. Welke rol hebben mkb-ondernemingen in dit complexe Europese speelveld? Welke ontwikkelingen zijn er gaande? En welke kansen ziet Van Nieuwenhuizen als het gaat om bovenstaande uitdagingen? 

Philip van Nieuwenhuizen was in zijn jeugd al niet weg te slaan van de bouwplaats. Zijn vader had met zijn broers een aannemersbedrijf en hij liep als jonge jongen al mee. “Ik hoop dat de arbeidsinspectie dit niet gaat lezen…’’ zegt hij gekscherend. “Maar vanaf mijn twaalfde deed ik vakantiewerk op de bouw en later, toen er studieweken vrijgegeven werden om te leren voor tentamens, was ik altijd op de bouw te vinden omdat ik het zo leuk vond. En nu nog… Als ik een van onze leden bezoek en op een bouwplaats rondloop, blijven die machines boeien.’’

Uiteindelijk ging hij Volkenrecht studeren en leek daarmee afscheid te nemen van de bouw. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Van Nieuwenhuizen had de pech dat zijn stageplek bij de Verenigde Naties wegviel. Toevallig kwam zijn cv bij de WAC terecht, een brancheorganisatie die zich bezighield met ordening en mededinging op de bouwmarkt, totdat die door de EU verboden werd. “Toen kwam ik in aanraking met allerlei Europese instituties en dat was allemaal zo boeiend, dat ik daarin ben blijven hangen en nooit meer de ambitie heb nagejaagd om bij de Verenigde Naties te gaan werken.’’

Inmiddels is Van Nieuwenhuizen voorzitter en directeur van MKB INFRA, een vereniging van mkb-ondernemingen in de infrasector. Ook is hij president van EBC, de European Builders Confederation, een Europese beroepsorganisatie die de belangen behartigt van ambachtslieden, micro-, kleine- en middelgrote bouwondernemingen in Europa.

Welvaart en welzijn

Op de vraag waarom deze sector hem zo boeit heeft hij een duidelijk antwoord.

“Zowel in de bouw als in de infrastructuur is er permanent sprake van creatie. Creatie van basisvoorwaarden voor het leven zoals wij dat kennen. Als je dit vergelijkt met een ontwikkelingsland waar de bouwsector en de voorzieningen nog lang niet op dit niveau zijn en je open riolen en tochtige huizen hebt, is dit natuurlijk in Nederland en vaak in Europa totaal anders. Als het hier over infrastructuur gaat, spreken we over de basisvoorwaarden van onze welvaart en welzijn. Als wij geen riolen en waterzuivering hadden, kampten we nog met allerlei ziektes en werden we niet zo oud. Als we geen dijken hadden, was Nederland voor de helft weggevaagd. Als we geen wegen hadden, was er geen sociale verbinding en als we geen kabels onder de grond hadden, konden we niet thuiswerken. Wanneer je een huis of gebouw wilt bouwen, moet je deze eerst aansluiten op de nutsvoorzieningen en heb je infrastructuur nodig. Vervolgens moet je er huizen en gebouwen op zetten, dit zijn onlosmakelijke voorwaarden voor het goed functioneren van onze maatschappij. In onze sector zijn we constant bezig met het creëren van die voorwaarden en die zijn nooit hetzelfde. Dat maakt het zo boeiend.’’

Nieuwe wetgevingen

Bij nieuwe wetgevingen monitort EBC vanaf het begin wat er op je afkomt als ondernemer en hoe alle Nationale organisaties erin staan. “Vanuit verschillende culturen ontstaan er visies en die brengen we samen tot één visie van onze Europese federatie. Die brengen we met elkaar in bij de Europese Commissie, dat gebeurt op diverse directoraten.’’

Neem als voorbeeld de CSRD-wetgeving (Corporate Sustainability Reporting Directive) die in 2023 ingaat. Deze richtlijn verplicht organisaties te rapporteren over de milieu- en sociale impact van hun bedrijfsactiviteiten. “Nu lijkt dit voor de kleinere organisaties nog niet zo van belang. Maar ik kan mij niet voorstellen dat wanneer je als onderaannemer, stukadoor of betonvlechter voor Heijmans of KWS aan de slag gaat, je in de toekomst geen duurzaamheidsbeleid hoeft te hanteren. Deze (grotere) organisaties moeten dit straks allemaal rapporteren. Bovendien heeft bijna elk bedrijf te maken met een bank, al was het maar omdat jouw betalingen niet per definitie parallel lopen met de prestatie die je levert en je daarom af en toe financiën nodig hebt om salaris uit te betalen. Banken vallen nu al direct onder die rapportageplicht. Dat is iets waar je als (onder)aannemer nu al rekening mee moet houden. Wij zetten ons in voor kleine ondernemers om dit soort zaken werkbaar te houden.’’

De waarde van het mkb

Van Nieuwenhuizen vindt dat het ondernemerschap in het mkb een waardevolle toevoeging is aan de economie in het algemeen, maar ook aan de maatschappij in het bijzonder. “Niet eens zo zeer op economisch vlak, waar het mkb staat voor regionale werkgelegenheid, maar als je kijkt wat er gedaan wordt door het mkb aan bijvoorbeeld het sponsoren van lokale sportclubs of het ter beschikking stellen van materieel wanneer er activiteiten zijn, zoals afzettingen bij Sinterklaasfeesten, dan is dat echt enorm. Dat zijn allemaal zaken die door het mkb gedaan worden. Dit doen zij ondanks het feit dat dit drukbezette mensen zijn die er hard voor moeten werken. Zij leveren een wezenlijke bijdrage aan het lokale en regionale sociale verkeer. Ik vind dat je dat moet koesteren.’’

Groei in het mkb

Geregeld heeft Van Nieuwenhuizen in de afgelopen jaren diverse onderzoeken gelezen waarin staat dat het mkb moet groeien en dat het bedrijfsleven alleen maar kan overleven als er groei is. “Ik ben het daar absoluut niet mee eens. Misschien dat wel het totale aandeel in de economie van het mkb moet groeien. Maar ik zie dat mkb’ers op een gegeven moment op een punt komen waarin ze zeggen: “Als ik nu moet groeien, heb ik het niet meer in de hand en kan ik niet meer de flexibiliteit opbrengen en de kwaliteit leveren”. Bij een stukadoor is dit punt misschien bereikt met vier man en bij een wegenbouwbedrijf met veertig man, maar die karakteristiek verdient verdediging en ik blijf hiervoor lobbyen. Ik probeer daar zoveel mogelijk invulling aan te geven, zonder mij direct af te zetten tegen het grootbedrijf, want dat heb je ook nodig!’’

Europese ontwikkelingen in de bouwsector

Doordat EBC op Europees niveau opereert, heeft Van Nieuwenhuizen een compleet beeld van de ontwikkelingen in de bouwsector op Europees niveau. Hij geeft aan dat de rol van het mkb hierin cruciaal is. “Ik zie dat de bouw- en infrasector hierin heel hard nodig is. Als je de opgave op het gebied van verduurzaming wil realiseren, hebben we alle handjes nodig en daar is nu al een extreem tekort aan. Wil je de klimaatdoelstellingen halen, zoals emissies, verduurzaming en minder gebruikmaken van grondstoffen en energie? Dan heb je die hele sector keihard nodig.’’

Verschil in duurzaamheidsbeleid

In Nederland beginnen we zo langzamerhand in de gaten te hebben dat we ook dingen als individu moeten doen. Maar er zijn ook zuidelijke landen die zeggen: ‘Hoezo isoleren? Laat ze eerst maar in die noordelijke landen beginnen.’

Verduurzaming in een land als Italië betekent ook iets totaal anders. Als het gaat om verduurzaming, willen zij er bijvoorbeeld voor zorgen dat wanneer het weer eens begint te beven hun gebouwen overeind blijven staan. Het is dan als EBC onze rol om in samenwerking met de Europese commissie zaken te organiseren om dit toch meer te stimuleren en problemen als tekorten en verduurzaming aan te pakken.’’

Gebruikmaken van maatregelen

Ook ziet hij dat als er dan middelen en maatregelen worden geïntroduceerd in Europa en Nederland, daar weinig gebruik van maakt. “Als je kijkt naar de lijst van maatregelen die de Europese Commissie realiseerde in het kader van de Oekraïne-crisis en de staatssteun en bedrijfssteun die hierdoor mogelijk is, en waar Nederland dan gebruik van maakt, is dat om te huilen. Waarom dit is? Wellicht de calvinistische inslag waarin men denkt: het is allemaal belastingbetalersgeld, we gaan niet steunen of lenen? Dit zijn natuurlijk politieke afwegingen. Wellicht is dit ook een stuk onwetendheid. De staatssteunkaders zijn enorm verruimd en ik vind dat daar te weinig gebruik van wordt gemaakt in Nederland. We hebben een lid-bedrijf, dat draait normaliter tweemiljoen euro nettomarge. Nu hebben zij viermiljoen aan meerkosten door prijsstijgingen uitstaan die zij niet betaald krijgen. Dat kan dit jaar misschien nog goed gaan, maar als dit volgend jaar nog zo is, trekt de bank de stekker eruit. Dan zijn we de capaciteit van dit bedrijf kwijt. Maar nog belangrijker: de financiële crisis heeft ons geleerd dat als je op straat komt te staan, je ander werk gaat zoeken en er nog geen dertig procent terugkomt in de sector. Denk ook aan overheidsopdrachtgevers, zoals gemeenten. Niet overal klotst het geld over de plinten heen. Zij hebben door corona veel toeristenbelasting en parkeerbelasting-inkomsten moeten missen en hebben nu niet meer genoeg geld om de openbare ruimte op orde te houden. Daar moet wat gebeuren. Zorg dat opdrachtgevers voldoende budget hebben en blijven houden.’’

Tekorten in de bouw- en infrasector

Als het gaat om de grote personeelstekorten geeft Van Nieuwenhuizen aan dat EBC een deel van de oplossing ziet in een ‘one stop shop’ formule voor renovatie. “Als iemand iets wil renoveren, kan men door naar de Europese commissie ondersteunde ‘onestopshops.’ Zij verwijzen je door naar de juiste loketten en helpen bij het aanvragen van wat je nodig hebt, zoals vergunningen en financiering. Zij geven adviezen en zorgen dan dat gekwalificeerde bedrijven het werk komen uitvoeren. Daarmee ga je langzaam toe naar een standaardisering. En standaardisering is een versneller. Zo minimaliseer je administratieve handelingen en creëer je ook capaciteit. Zomaar meer handjes regelen is niet realistisch, maar zo kun je dingen efficiënter en slimmer gaan doen.’’

Volgens Velox
Het juiste talent op het juiste moment is een belangrijke succesfactor en voorkomt hoge faalkosten en vertraging op projecten. Met een goede voorselectie maken wij het verschil. Voor deze snel veranderende bouwwereld is een brede flexibele schil van goed opgeleide, vakkundige en gedreven midden- en hogerkadermeesters in de bouw en techniek een belangrijke succesfactor.

Bewustwording in de sector

Er valt ook nog veel te winnen bij de bedrijven zelf door het creëren van de bewustwording dat er een transitie gaande is. “Het is belangrijk dat men zich niet alleen maar met de waan van de dag bezighoudt, maar ook met de verdere toekomst. Daar hebben we als belangenorganisatie een grote rol in. Maar op het moment dat de leden daar niet in meegaan, kunnen we doen wat we willen, maar werkt het niet. Om het heel hard te zeggen, moeten wij af en toe kunnen zeggen: ‘Als je niet gaat nadenken over het verduurzamen van je eigen bedrijf, en dat gaat niet alleen over het gebruik van duurzame materialen maar vooral over het ondernemersklimaat, besta je over tien jaar niet meer.’’’

Betekenisvol ondernemen

Tot slot benadrukt Van Nieuwenhuizen nogmaals de rol van de bouw- en infrasector als basisvoorwaarden voor het functioneren van de maatschappij. Het is een complex speelveld waarin tekorten, verduurzaming en digitalisering cruciale uitdagingen zijn waar we met z’n allen iets mee moeten. “Ook zonder de inflatie zou je jezelf moeten afvragen of je als belastingbetaler daadwerkelijk voor een beleid kiest waarin altijd op basis van ongebreidelde concurrentie werken naar de markt toe worden gebracht, waardoor ze uiteindelijk voor de laagste prijs worden gerealiseerd. Maar heeft dit wel als resultaat dat bedrijven in de sector ervoor zorgen dat ze kwaliteit kunnen blijven leveren? Deze week was ik aan het werk en werd er onderhoud gepleegd aan het water- en elektriciteitsnet. Dan pas merk je hoe afhankelijk je als individu bent van dit soort voorzieningen. Mijn credo? Zorg dat dit op orde blijft en geef daar wat meer geld aan uit. Geld is overigens in dit geval niet het doel, maar het middel om betekenisvol te kunnen blijven ondernemen en bovendien om kwaliteit te blijven leveren. Zowel in de woningbouw als in de infrastructuur!’’

Dit artikel verscheen eerder in het Velox Magazine

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details