Het oude V&D-pand in Rotterdam wordt getransformeerd tot AIR; een mixed-use-gebouw met winkels, horeca, kantoren en een grote publieke fietsenstalling. Ontwikkelaar NEOO neemt samen met projectarchitect WOMO Architects het gebouw onder handen en tovert het om tot kantoren. Ook Kraaijvanger Architects werkt mee aan de herontwikkeling. Vincent van der Meulen, architect en partner bij Kraaijvanger, vertelt over de rol van het bureau in de historie van het gebouw.
Architectenbureau Kraaijvanger is een Rotterdams bedrijf van voor de Tweede Wereldoorlog. Het werd groot tijdens de wederopbouw van Rotterdam. “Het pand van de V&D was een van de eerste gebouwen in een totaal verwoest centrum waar mensen spullen konden kopen en werd destijds ontworpen door Kraaijvanger. Het is heel bijzonder dat we met dit project dit stukje geschiedenis in stand kunnen houden”, aldus Van der Meulen.
Intussen speelt duurzaamheid ook een zeer belangrijke rol in de projecten van Kraaijvanger Architects. “We gaan voor een positieve footprint: we zuiveren de lucht en zorgen voor meer biodiversiteit. Niet alleen tijdens de bouw, maar ook daarna willen we een positieve bijdrage leveren. Hierbij focussen we op drie zaken: onze ecologische footprint, sociale footprint en tijdloze ontwerpen met een vooruitziende blik. De transformatie van AIR past goed in deze filosofie.”
Het grote warenhuis wordt getransformeerd naar kantoren, met op de onderste laag winkels en horeca. “Het gebouw werd opgeleverd in 1950 met een kelder, begane grond en eerste verdieping. Het is gebouwd met een vooruitziende blik: de constructie kan namelijk acht verdiepingen aan. Zo kon de stad zich verder ontwikkelen en kan het pand meegroeien. In de jaren ’50 en ’90 zijn al extra lagen aangebracht. Nu komen er nog twee extra lagen bij: dan zitten we aan de max. Een heel mooi verhaal van een gebouw dat zich steeds verder ontwikkelt.”
Het gebouw is gekocht door een consortium van drie partijen en wordt ontwikkeld door NEOO. WOMO Architects is de projectarchitect die garant stond voor het concept en belangrijke ingrepen bedacht om daglicht ver in het gebouw te brengen. Een kantorenpand moet namelijk anders verlicht worden dan een warenhuis. Zo heeft WOMO een donutoplossing voor het daglicht bedacht. “Geen traditioneel atrium in het midden, maar een donutvormig atrium waarbij het midden bestaat uit een vloer voor gedeelde functies, zoals vergaderruimtes. Daaromheen ligt een rand van daglicht”, aldus Van der Meulen.
Voor Kraaijvanger zijn drie rollen weggelegd: “Bij aanvang van het project adviseerden we over de historische context van het gebouw en hoe het gevelontwerp kan bijdragen aan de Hoogstraat als ‘wederopbouwstraat’. Daarnaast hebben we de technische uitwerking verzorgd en de realistische 3D walk-through gemaakt.”
Het project staat op een zeer dynamische plek vlakbij de Koopgoot van Rotterdam, op één van de meest drukke punten van de binnenstad. Maar winkelen in een warenhuis is wereldwijd op zijn retour en de V&D is niet voor niets failliet. “Hoe krijg je zo’n strategische plek stedenbouwkundig goed met een gebouw dat aan drie kanten de straat moet activeren? Je moet rekening houden met de hoeveelheid schaduw op straat en dat het gebouw nog steeds past in het stedelijk weefsel.”
Het gebouw wordt een stuk kleinschaliger met kleine commerciële ruimtes en horeca in de plint. De gevelritmiek helpt daarbij, en dan genereuze entrees naar het commerciële programma beneden en het kantoorgedeelte boven. “Het hele blok is verbeterd door op het beursplein bijzondere werkruimtes met hoge verdiepingen en veel glas te maken, met een mooi uitzicht. Vanuit ons eigen kantoor kunnen we zien hoe het voormalige V&D-pand stap voor stap verandert: we hebben namelijk zicht op het gebouw!”