De woongebouwen langs het spoor in Utrecht Leidsche Rijn vormen een uitgebalanceerd geheel. Tegelijkertijd zijn ze allemaal anders. De verschillende hoogtes, steensoorten en kleurstellingen geven elk gebouw een eigen gezicht. Het gezicht van Allure wordt bepaald door de zwarte baksteen, het metallic gouden kader en het opvallend frisgroene binnengebied.
Ontwerper van appartementengebouw Allure is Klunder architecten uit Rotterdam. Allure is voor haar niet het eerste gebouw in Utrecht Leidsche Rijn. De ontwerpen van de achterliggende laagbouw en naastgelegen hoogbouw zijn ook van haar hand. Dit vergrootte de mogelijkheid om de gebouwen op elkaar af te stemmen.
“De supervisor gebruikte als metafoor een vlindertje dat van het ene gebouw naar het andere fladderde”, vertelt Paul Cardinaal, architect van Klunder architecten. “Hiermee gaf hij aan dat de gebouwen verschillende hoogtes moesten krijgen met hier en daar nog extra hoogteaccenten. Ook het tv-kader dat straks voor de rooilijn uitsteekt en de twee entrees, waarvan de ene over twee bouwlagen reikt en de andere over een, zijn hiervan het resultaat.”
Door de metafoor ontstond ook het idee voor de verbinding tussen het U-vormige Allure en de achterliggende laagbouw. “Vanaf hier springt het gebouw als het ware trapsgewijs de hoogte in, zodat er een geleidelijke overgang ontstond. In de zijgevel zijn setbacks toegepast om de gebouwhoogte terug te brengen. In de oksels bevinden zich de trappenhuizen. Het binnengebied en het tv-kader worden afgewerkt met dezelfde groene gevelpanelen, die een aantrekkelijk contrast vormen met de zwarte bakstenen aan de buitenzijde.”
Met de ligging direct aan het spoor moesten de appartementen in het hart van het gebouw worden beschermd tegen het treingeluid. Hiervoor maakte Klunder architecten slim gebruik van de U-vorm van het gebouw. Zij ontwierp geen buitenruimte aan de spoorzijde annex voorzijde van het gebouw, maar aan de geluidsluwe achter- en zijzijde, waar nodig met een glazen scherm. Aan de voorzijde in het kader creëerde zij dynamiek door de kozijnen te laten verspringen en door een frisgroene gevelbekleding. Dit is dezelfde groene kleur als in het binnengebied.
“Door de geringe voetprint van het gebouw bevindt een gedeelte van de bergingen zich in de buitenring van de verdiepte parkeerkelder”, vertelt Cardinaal. “Het andere gedeelte bevindt zich bij de woningen, maar is toegankelijk vanaf de algemene verkeersruimten. Door deze indeling zijn de halfverdiepte bergingen vanaf de straat zichtbaar en werd zowel het parkeer- als bergingsvraagstuk opgelost. Voor bewoners die hun fiets liever niet meenemen naar de berging op de verdieping, komt er een collectieve fietsenstalling op de begane grond.”
Allure en het naastgelegen Amulet delen de structuur, maar zijn in hun architectonische verschijningsvorm totaal verschillend. Bij Allure springt vooral het ‘tv-kader’ eruit. “Ik geloof dat ik daar wel het meest trots op ben”, besluit Cardinaal. “Het tv-kader geeft Allure straks haar eigen gezicht.”
Allure en Amulet zijn voor de bouwpartners een vervolg op het nabijgelegen wooncomplex Leidsche Maan. “We zetten dezelfde medewerkers in”, zegt Timo Jooren, projectleider voor Van den Pol Elektrotechniek. “Zo profiteren we optimaal van de eerdere gezamenlijke ervaringen. Wie telkens een ander team opstelt, wordt nooit kampioen.”
Allure en Amulet hebben een dubbele bouwstroom. “Het eerste deel loopt iets voor. Geleerde lessen kunnen direct in de praktijk worden gebracht.” De parkeerkelders en prefab elementen dragen bij aan de complexiteit van het project. “Daarom was onze inbreng in het voortraject essentieel. Ook de engineering luisterde nauw.”
King verlicht entreehal
Van den Pol legt de complete E-installatie aan, inclusief IP-videofoons. Op de daken komen 200 PV-panelen. “Ook de verlichting is duurzaam. Slimme LED-lampen in de algemene ruimtes branden op 10% en schakelen alleen bij beweging vol in.” Opvallend element zijn de drie lampen die hoog in de entreehal komen. “Met 10.000 lumen per stuk doen deze Norton King-armaturen hun naam eer aan.”
LIST-sensorkabels
Bij de brandmeldinstallatie in de parkeerkelders wordt LIST-sensorbekabeling gebruikt. “In deze kabels zitten temperatuursensoren die nauwkeurig aangeven waar brand ontstaat”, verduidelijkt Jooren. In open parkeergarages is vaak sprake van vochtontwikkeling. “Gewone rookmelders kunnen dan ongewenste meldingen geven. Daarom adviseren wij deze locaties te voorzien van thermische detectie.” Een ander opvallend veiligheidsaspect zijn de vrijloopdrangers. “Die zijn gekoppeld aan een standalone rookschakelaar. Bij rookontwikkeling sluiten de drangers de gangdeuren automatisch. De trek wordt beperkt; rook en vuur verspreiden zich minder snel. Hiermee worden de brandscheidingen gewaarborgd.”