Onze gebouwde omgeving verandert in rap tempo. De grote woningnood én schaarste aan bouwlocaties in en rond onze grote steden zorgen ervoor dat we steeds verder de hoogte in moeten, terwijl ambities in duurzaamheid en circulariteit vragen om minder en ander materiaalgebruik. De professionals van Zonneveld ingenieurs pakken beide uitdagingen aan, zodat een positieve impact op mens en milieu wordt geborgd. Nu én in de toekomst.
Zonneveld ingenieurs heeft bijna 40 jaar ervaring in het adviseren en ontwerpen van draagstructuren voor onder andere woningbouw, utiliteitsbouw en infrastructurele kunstwerken. Van laagbouw tot hoogbouw en van nieuwbouw tot herontwikkeling en monitoring. Daarnaast is Zonneveld ingenieurs al 20 jaar thuis in het ontwerp van aardbevingsbestendige gebouwen.
“De afgelopen jaren is het aantal binnenstedelijke hoogbouwprojecten flink toegenomen”, vertelt Arnold Robbemont, directeur van Zonneveld ingenieurs. “Dergelijke projecten vragen om specifieke expertise. Bijvoorbeeld in relatie tot de zettingen van het gebouw en de belendingen. Maar ook de efficiënte aanvoer van bouwmateriaal en materieel en het beperken van gevaar en hinder voor de omgeving vereisen specifieke kennis, waarover wij graag adviseren.”
“Wij treden graag op als integrale partner van het ontwerpteam, om een zo efficiënt mogelijke constructie en een zo compleet mogelijk ontwerp te verkrijgen”, aldus Robbemont. “De stabiliteit en stijfheid van hoogbouw hebben grote impact op het ontwerp en zullen al in een vroeg stadium integraal opgepakt moeten worden. Daarnaast is onder hoogbouw een zware fundering vereist, in verband met de hoge funderingsdruk en het beperkt beschikbare funderingsoppervlak. Voor gebouwen in het westen van het land, zoals in Rotterdam, is de fundering nog extra complex in verband met de vervorming van de dieper gelegen kleilagen. Deze lagen veroorzaken komvormige zettingen, wat een herverdeling van krachten in de constructie tot gevolg heeft. Daarnaast kan de invloed van zettingen op de belendingen door de hogere bebouwingsdichtheid bepalend zijn voor de ontwerpkeuzes. Met onze expertise kunnen we al in de haalbaarheidsfase van een hoogbouwproject adviseren over de te verwachten invloed van deze zettingen, waarmee tegenvallers in een later ontwerpstadium worden voorkomen.”
Zonneveld ingenieurs heeft veel ervaring met het rekenkundig modelleren en ontwerpen van gebouwen. Mooie referenties zijn bijvoorbeeld de Maastoren, Parkstad Zuid, Havenkwartier en De Zalmhaven in Rotterdam, het European Patent Office in Rijswijk en de JuBi ministeries in Den Haag. Op dit moment werkt Zonneveld ingenieurs aan sprekende hoogbouwprojecten zoals District E in Eindhoven en Spot in Amsterdam.
Tevens is Zonneveld ingenieurs partner in het Hivibe Consortium, onder leiding van TNO, dat de invloed van door wind veroorzaakte trillingen in hoogbouwprojecten onderzoekt. “De bodem en fundering spelen een belangrijke rol in de demping van deze trillingen”, aldus Robbemont. “Door metingen uit te voeren in al opgeleverde gebouwen, willen we meer inzicht krijgen in het dynamische gedrag van gebouwen. Op basis hiervan kunnen we de ontwerpparameters nauwkeuriger bepalen en economischer ontwerpen.”
Naast locatie en bodemsamenstelling hebben ook duurzaamheid en circulariteit flinke invloed op het constructieve ontwerp, vertelt Robbemont. “In de transitie van een lineaire naar een circulaire economie worden bijvoorbeeld incourante kantoorgebouwen getransformeerd tot woongebouw. Hiervoor moet de constructie wel geschikt zijn of worden gemaakt. We gebruiken waar mogelijk materialen met minder impact op de omgeving, zoals hout. Bovendien ontwerpen we constructies die in de toekomst gedemonteerd kunnen worden en waarvan de elementen te zijner tijd kunnen worden hergebruikt. Het bundelen van kennis is in onze visie noodzakelijk om de nodige stappen voorwaarts te maken. Zo werken we bijvoorbeeld samen met academici en producenten in de studiecel ‘Circulair Duurzaam Appartementengebouw’ van de Stufib. Deze studiecel heeft als doel om duurzame oplossingen voor betonnen casco’s te ontwikkelen.”
“Om de duurzaamheid van casco’s meetbaar te maken, hebben wij een eigen tool ontwikkeld die de milieu-impact en bouwkosten van onze ontwerpen aan de hand van onze Revit/BIM-modellen zichtbaar maakt”, besluit Robbemont. “Door bijvoorbeeld de uitstoot (kg CO2), Milieukosten Index (MKI) en Milieuprestatie Gebouw (MPG) van ontwerpvarianten te vergelijken, kunnen ontwerpkeuzes nog beter worden afgewogen door onze klanten. Voor de studentenhuisvesting op het nieuwe campusgebouw van de Tilburg University hebben we bijvoorbeeld in de schetsontwerpfase een betonnen constructie, houten constructie en hybride oplossingen vergeleken. Uiteindelijk bleek één van de hybride oplossingen het best aan te sluiten bij de gewenste kwaliteit, de duurzaamheidsambities en het budget van de klant.”