Smartlog DHG in Venray ‘De vele dagelijkse logistieke bewegingen vragen om een doordachte planning’

Langs één van de toegangswegen van Venray, de Maashezerweg, wordt in opdracht van de David Hart Group een omvangrijk logistiek gebouw met een oppervlakte van ruim 53.000 vierkante meter gerealiseerd. Daarvoor is een relatief korte bouwtijd van acht maanden uitgetrokken. Een uitdaging voor hoofdaannemer Burgland Bouw. 

Burgland Bouw is een veelzijdig bedrijf dat uiteenlopende gebouwen realiseert, ook logistieke bedrijfspanden. “Maar gebouwen van deze omvang komen we ze niet zo vaak tegen”, maken projectleider Dennis Mentink en uitvoerder Jeroen Kastelein duidelijk. Ze leggen uit dat de relatief korte bouwtijd van acht maanden – eind maart werd begonnen, eind november moet worden opgeleverd – om een zorgvuldige voorbereiding vroeg. “Daar hebben we alle relevante onderaannemers bij betrokken. Eind april zijn we gestart met de montage van de staalconstructie en 18 weken later waren dak en gevel al gereed. De ruwbouw is nu klaar en we zijn bezig met de afbouw van de kantoren.”

Beperkte ruimte

Omdat er onder meer sprake is van een bouwplaats met beperkte ruimte moest dagelijks materiaal worden aangeleverd, dat direct werd verwerkt. “De vele dagelijkse logistieke bewegingen vroegen en vragen om een doordachte planning”, zegt Kastelein. “Er was bijvoorbeeld een periode met veel ‘lange’ transporten. Daar is een specifieke route voor gekozen. Bovendien ligt tegenover de bouwplaats een woonwijk. We hebben in het voortraject in overleg met onder meer de gemeente bekeken hoe we de overlast voor de bewoners tot een minimum konden beperken. De gemeente heeft daarover weer contact met de bewoners.”

Hij vertelt dat tot nog toe alles prima verloopt. “Dankzij een goede voorbereiding en het weer dat meezit. Al was het soms wel eens te warm. Dan kun je geen mensen het dak op sturen. En dan moet je bij het betonstorten opletten, omdat het sneller droogt.”

‘Op staal gefundeerd’

Kastelein geeft aan dat er voor het gebouw geen heipalen zijn gebruikt maar dat het ‘op staal’ gefundeerd is. In die fase van het project, het funderen, zat ook een uitdaging, zegt hij. “Op deze plek stond eerst een ander gebouw. Dat is gesloopt, maar er zat nog van alles in de grond: halve funderingen, boomstronken, …. Van tevoren weet je niet wat je tegenkomt.” Hij vertelt dat het gebouw een hoofddraagconstructie van staal heeft en verder bestaat uit een betonnen plint met daarboven geïsoleerde prefab sandwichpanelen. “Voor een dergelijk gebouw heeft het dak een vrij hoge Rc-waarde van 6. Er wordt gebruikgemaakt van LED-verlichting en het dak wordt verhuurd aan een partij die er zonnepanelen op plaatst. Verder bestaat het gebouw uit drie afzonderlijke DC’s, zijn er 63 docks en liggen er super vlakke vloeren in. Tussen de compartimenten zijn wandscheidingen geplaatst die 240 minuten brandwerend zijn. Ook is er een sprinklerinstallatie aangebracht.”

 De kantoren, vertellen Mentink en Kastelein, voldoen aan een van tevoren bepaalde kwaliteitsstandaard die de opdrachtgever bij al zijn projecten toepast. “We passen vooraf aangegeven kleuren en materialen toe; er komen vliesgevels en betongrijze luifels. De kantoren vormen de afronding van het werk, het meeste is al gedaan. Aangezien we nog steeds op schema liggen, verwachten we dus dat we conform afspraak op 29 november van dit jaar kunnen opleveren.”