Elke werknemer moet veilig en gezond kunnen werken. Een opdrachtgever heeft de algemene verplichting om zich in de ontwerpfase ervan te vergewissen dat er een veilig te bouwen en onderhouden gebouw wordt neergezet. Vanuit die verplichting wordt een veiligheids- en gezondheidscoördinator ontwerpfase (VGCO) aangesteld voor het opstellen van het Veiligheids- en Gezondheidsplan (V&G-plan). Maar dat is vooral een statisch document, want wat in de ontwerpfase niet is geregeld, wordt doorgaans in de uitvoering opgelost, veelal zonder terugkoppeling. Zonde, want het afgeleide V&G-dossier is feitelijk het onderhoudsboekje van het gebouw. Aboma pleit daarom voor meer interactie tussen de veiligheids- en gezondheidscoördinator ontwerp- en uitvoeringsfase (VGCO/VGCU) waarbij het V&G-plan en V&G-dossier als dynamisch document worden beschouwd.
In het V&G-plan beschrijft een opdrachtgever hoe hoofd- en onderaannemer(s) samenwerken en welke veiligheidsmaatregelen zij treffen om de veiligheid van werknemers te waarborgen. “We zien dat opdrachtgevers zich steeds meer bewust zijn van het feit dat ze veiligheid en gezondheid mee moeten nemen in het ontwerp”, zegt Maurik Schoonbeek, Algemeen Manager bij Aboma Consultancy. “Dat raakt echter niet alleen het bouwproces, maar heeft ook betrekking op het onderhoud. Dus ook de architect, ontwikkelaar en opdrachtgever hebben een belangrijke plicht in dit hele traject, maar de opdrachtgever blijft vanuit de vergewisplicht eindverantwoordelijk. Onze rol vanuit Aboma is vooral het creëren van veiligheidsbewustzijn bij partijen in de hele keten. Dat doen we door het geven van trainingen, maar ook door mee te denken bij aanbestedingen en planvorming.” Duco Opdam, Adviseur bij Aboma, vult aan: “Samen proberen we de gereedschapskist te vullen om daarmee invulling te geven aan de vergewisplicht. Zodat men zich bewust is van diens rol, snapt waar V&G over gaat, wat het vereist, et cetera.”
Veiligheid en gezondheid moeten een integraal onderdeel zijn van het bouwproces. “Dat begint bij het plan en het ontwerp dat je maakt en loopt door tot aan de sloopfase”, zegt Schoonbeek. “Al in het ontwerp moet je nadenken of het aan de achterkant veilig en goed te beheren valt.” De wetgever ziet V&G als één proces, maar in de praktijk wordt het vaak opgesplitst, merkt Opdam op. “In het voortraject wordt een aantal keuzes gemaakt die mogelijk in de uitvoering toch net iets anders aangepakt worden. Die acties worden veelal ah hoc uitgevoerd en niet teruggekoppeld aan de partijen in de ontwerpfase. Dat maakt het lastig om uiteindelijk een goede invulling te geven aan het V&G-dossier. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor de VGCU. Niet om het wiel opnieuw uit te vinden, maar vooral door als regisseur op te treden en uitvoerende partijen samen te brengen om een goede invulling aan het voorliggende V&G-plan en V&G-dossier te geven. Zodat ook in de toekomst op een veilige manier onderhoud uitgevoerd kan worden aan het bouwwerk.”