Opdrachtgevers in de bouw hebben een groeiende behoefte aan flexibel vastgoed, merkt Jan Snel. De modulaire bouwer zet daarbij in op circulariteit. Tegelijkertijd groeien de mogelijkheden in het marktsegment met betrekking tot gestapelde bouw. “Van oudsher hergebruiken wij bestaande units en onderzoeken wij de mogelijkheden met betrekking tot optimalisatie van gebruik. Circulaire bouw kan in onze ogen niet los worden gezien van de groeiende vraag naar flexibel vastgoed”, zegt projectleider circulariteit Daan Kosterman.
Zelfstandig opererend, modulair bouwer Jan Snel heeft recentelijk de totale jaarproductie van units laten doorlichten op CO2-uitstoot, middels het softwareprogramma EcoChain. “Daaruit kwam een aantal interessante zaken naar voren”, zegt Kosterman. “Voorop staat dat beton en staal het zwaarst meewegen in de CO2-uitstoot. Deze constructie-onderdelen hebben al een belangrijke rol in het hergebruik van onze units.” Meer winst valt te boeken in de productieketen, met duurzaam geproduceerde grondstoffen en vermindering van gebruik. “Bouwmaterialen als EPS-isolatie worden inmiddels door de producent teruggenomen. Maandelijks gaat tachtig kuub aan piepschuim terug naar de fabriek. Dat is een significante ontwikkeling in de verduurzaming van de keten.”
Jan Snel ziet de vraag naar circulaire bouw vanuit de opdrachtgever nog niet direct exploderen; de vraag naar flexibel vastgoed doet dat wel en beide ontwikkelingen vullen elkaar aan, zegt Kosterman. “Wij zien een groeiende vraag naar vastgoed dat op termijn voor andere doelgroepen kan worden aangewend. Bijvoorbeeld studentenwoningen die nu nodig zijn, maar op termijn misschien overbodig worden.” Jan Snel kan op die manier inspelen op de kortetermijnvraag, maar ook de units na verloop van tijd weer opnieuw inzetten. Verschillende projecten waarin Jan Snel als aannemer fungeert gaan inmiddels die richting uit, zoals Startblok Elzenhagen in Amsterdam-Noord, een project voor 540 studenten en statushouders. “Veel opdrachtgevers hebben behoefte aan flexibele woonvormen, zowel bij hoog- als laagbouw. In Groningen bouwen wij bijvoorbeeld wisselwoningen voor mensen die in verband met de renovatie van hun beschadigde woning een tijdelijke woonplek zoeken.”
“Zoals gezegd is de zoektocht naar een totaal circulaire bouw ons uitgangspunt, en is de conventionele aanpak met hergebruik van bestaande systemen al een goede stap”, vervolgt Kosterman. “Uiteraard optimaliseren wij de productieketen in het kader van grondstofgebruik; daarnaast gaan wij op zoek naar nieuwe vormen van circulair design. Zo onderzoeken wij de mogelijkheid van een volledig houten unit.” Ook de stapeling van units bevindt zich in een optimalisatieproces. Jan Snel gaat in het Duitse Bochum studentenwoningen neerzetten tot twaalf verdiepingen hoog. Bij hoogbouw komen er beduidend hogere eisen kijken in het kader van brandveiligheid. Daarom wordt het leidingwerk geoptimaliseerd voor gestapelde bouw. Jan Snel probeert op deze wijze continu nieuwe concepten te verzinnen voor de optimale samenstelling. “Modulaire bouw wordt op termijn steeds meer circulair, maar vooral flexibeler in gebruik en duurzamer in de productieketen.”