Een frisse blik voor WDP Prinsenhil Logistics Park

Een opmerkelijke aanpak voor een multi-tenant distributiecentrum in Breda: WDP Prinsenhil is een van de eerste warehouses waarbij ontzettend veel aandacht is besteed aan natuurlijke vormen en landschappelijke inpassing. “Het begin van een evolutie”, noemen Peter Couwenbergh van Convexarchitecten en Paul van Wijk van Stijlgroep het project.

Couwenbergh, directeur en architect bij Convexarchitecten, noemt opdrachtgever WDP een voorloper in duurzame projectoplossingen. “Verdozing is een grote maatschappelijke discussie. Het probleem met veel warehouses is dat zij niet worden ingepast in het landschap.” Projectontwikkelaar Martijn Sleutjes van WDP, marktleider voor logistiek vastgoed in de Benelux, wilde het voor deze herontwikkeling van industrieterrein ‘De Krogten’ helemaal anders doen, en trok daarvoor naast een ecoloog ook Convexarchitecten én landschapsarchitect Stijlgroep aan.

Het is voor het eerst dat deze partijen zó vroeg in het proces al samen aan de slag gaan. “Dat was buitengewoon prettig”, vindt Couwenbergh. “Het is heel belangrijk om een gebouw in te passen in de omgeving. Al direct samenwerken met een landschapsarchitect voelde als een stimulans om dat nog beter te doen.”

Een tweede aspect in de discussie over verdozing is de vorm van warehouses. “Het worden niet voor niets dozen genoemd”, vervolgt Couwenbergh. “Daarom streefden we ook naar een plastischer, menselijker gebouw.” 

WDP wilde een vriendelijk gebouw creëren dat naadloos aansluit op de natuurlijke omgeving, met oog voor biodiversiteit. Dat resulteerde in een ontwerp met meer plasticiteit. Een verlaagde voorkant vermindert de visuele massa van het gebouw. De afgeronde hoeken geven het een zachtere uitstraling. De aardetinten, groene gevels en daken maken het geheel af. Het kantoor zit om het gebouw heen gekruld, om het dezelfde architectonische kwaliteit te geven. De zijgevel loopt uit in een ronding, met steeds meer glas.

Ook landschapsarchitect Van Wijk ervaart het als een stimulans om direct mee te denken. “Het gebouw voldoet aan de BREEAM-vereisten, maar we hebben samen met WDP en een ecoloog besloten om daar nog een paar scheppen bovenop te doen”, vertelt hij. “We creëren in het landschap zoveel mogelijk ruimte voor biodiversiteit. Denk aan nestgebieden, schuilplekken of foerageergebieden voor kleine fauna en vogels. Deze omgeving heeft ecologisch zeer veel betekenis.” Zijn landschapsontwerp integreert het ronde architecturale thema van het gebouw in de omgeving. De locatie wordt beplant met ongeveer honderd inheemse bomen en duizenden struiken. Groene gevels en hekwerken, gras-kruiden-sedumdaken, waterdoorlatende paden, parkeerplaatsen en vele wadi’s helpen om hemelwater in de grond te infiltreren en droogte of hittestress te voorkomen.

Het eerste deel van dit distributiecentrum is in april opgeleverd: zowel de bouw als de buitenruimte. Van Wijk: “Natuurlijk wordt het nog veel groener, maar je ziet er wel al ganzen broeden bij de wadi’s. Zij wisten het direct te vinden.”

Niet alleen de natuur profiteert: WDP is ook voorloper in het faciliteren van een prettige werkomgeving binnen dit type vastgoed. Couwenbergh: “We hebben het dak boven het werkgebied verlaagd. Bij de sprong naar het dak van de opslag maakten we een transparante strook. Ook in de zijgevels zijn transparante stroken opgenomen. Dat geeft heel veel daglicht in het werkgebied. De ramen op de werkvloer, in het kantoor en in het warehouse bieden uitzicht op het groene landschap van Stijlgroep.” Van Wijk: “Opdrachtgever WDP heeft een sterke visie. In overleg hebben we een route rondom het gebouw voorzien met lunch- en werkplekken in het groen. Van alle gemakken voorzien: er zijn zelfs aansluitingen om je telefoon of laptop op te laden.”

Een sterkere nadruk op de landschappelijke inpassing en warehouses met een menselijke uitstraling: dat is volgens beide heren de nieuwe stroming. “De druk op warehousing is groot”, gaat Couwenbergh verder. “We kunnen niet zonder, maar we moeten wel zorg besteden aan de plaatsing en architectonische expressie. Zeker omdat de schaal van distributiecentra enorm vergroot is.” Van Wijk vult aan: “We zien ook steeds meer dat dit soort omgevingen gebruikt worden om bestaande woonomgevingen te ontlasten. Bijvoorbeeld door een parkachtige omgeving te maken met grote retentiebekkens voor hemelwater.”

De heren zien een nieuwe koers voor ontwikkelaars. “Het is een evolutie. WDP is zeker een voorloper, maar in de hele maatschappij en in de branche merk je de urgentie om anders met dit soort gebouwen om te gaan.”